Bijna wekelijks in het nieuws, de sterk stijgende huizenprijzen. Kopers die alsmaar tegen elkaar opbieden, te weinig aanbod en nauwelijks last van het coronavirus, hoe kan dit allemaal?
In de eerste tien maanden van 2020 zijn de huizenprijzen opnieuw fors gestegen. In vergelijking met deze maanden van 2019 met maar liefst 8,8% in Nederland en 9% in Limburg. Bovendien zijn dit jaar al ruim 7% meer woningen verkocht dan vorig jaar in deze maanden. Van eventuele effecten van corona is nog weinig te merken. Bovendien blijkt het lastig te zijn om de ontwikkelingen enigszins te voorspellen, banken en economen moeten voortdurend de prognoses naar boven bijstellen.
De impact van corona op onze economie is zeker niet gering. De crisis kost banen, er vinden meer faillissementen plaats, inkomens dalen, logisch dat ook het vertrouwen van de consument achteruit holt. Ondanks deze feiten draait de woningmarkt als nooit tevoren. Nederlanders zijn momenteel gekluisterd aan hun woning en veel mensen denken na over hun woonsituatie. Tijd om nu een (ander) huis te kopen of toch maar even niet?
De woningmarkt blijft in beweging. Enerzijds starters en doorstromers en aan de andere kant ook senioren die kleiner en meer comfortabel willen wonen. Feit is dat de vraag naar woningen groot is en voorlopig ook zal blijven. Het aantal huishoudens blijft immers stijgen, terwijl er al een woningtekort is en nog steeds te weinig nieuwe woningen worden gebouwd. Het zou mooi zijn als de huizenprijzen jaarlijks met een paar procent zouden stijgen en de inflatie zouden volgen, maar dit lijkt een utopie. Op de meeste woningen wordt door meerdere gegadigden geboden, vaak boven de vraagprijs. Zeker als je een paar keer de boot hebt gemist, ga je mee in de waan van het moment en bied je bij de volgende gelegenheid wellicht ook flink over de vraagprijs heen. Door de lage hypotheekrente blijft de betaalbaarheid nog redelijk op orde, maar er zijn grenzen. Ik ben benieuwd wat 2021 in petto heeft voor de woningmarkt, 2020 zal een topjaar worden, dat staat wel vast.